donderdag 28 november 2013

Betrokken

Jens zat nog maar een paar maanden op de basisschool, toen er een bijeenkomst werd gehouden over het Toptalentprogramma, waarmee onze school zou starten. Nog geen enkel idee van wat ons te wachten stond, gingen we naar de avond met het idee 'baat het niet, dan schaadt het niet'.
Naarmate de avond vorderde en we meer over hoogbegaafdheid te horen kregen, keken we elkaar steeds vaker aan. Dit was wel herkenbaar: onze Jens zou toch niet..?
Ook op school had de juf al gezien dat Jens andere interesses had dan zijn klasgenootjes en de dingen snel oppakte. Na het invullen van ellenlange vragenlijsten was de conclusie dat er een grote kans was dat Jens 'meer begaafd was'. Vanaf die tijd werd hij begeleid door een talentcoach, die goed in de gaten hield hoe het met zijn ontwikkeling ging. En wij waren regelmatig op school voor gesprekken met juffen, Ib'ers en coaches.

Voor Toine kwam het Toptalentprogramma nog sneller in beeld: na drie weken al vertelde zijn meester dat hij een flinke ontwikkelingsvoorsprong zag. En opnieuw worstelden we ons door de ellenlange vragenlijsten en gingen we op school de gesprekken aan. Over verdieping en verrijking, compactroutes en het versnellen. Iedere zes weken zaten we wel weer op de kleine stoeltjes in de klaslokalen.
In al die gesprekken proberen we er vooral nuchter in te staan. Het doorlopen van een plusprogramma of meedoen op het hoogste niveau is geen doel op zich, maar een middel om ervoor te zorgen dat onze mannen uitgedaagd blijven. En ze hoeven niet altijd overal even goed in te zijn. Die nuchterheid en betrokkenheid wordt gewaardeerd door de leerkrachten; dat voel je aan alle kanten.

Ook vorige week, tijdens de schoolgesprekken, liepen onze gesprekken weer flink uit. Met z'n zessen (!) bespraken we hoe we Jens gemotiveerd kunnen houden. We hadden officieel maar twintig minuten en dat werden er ruim veertig.
Toen we, 's avonds om kwart over tien, letterlijk het licht uitdeden, realiseerden we het ons weer: wat boffen we toch met zo'n school!

woensdag 20 november 2013

Chaos

Jens is altijd druk in zijn hoofd. De gedachten vliegen van links naar rechts en hij heeft het ene 'werkje' nog niet af of het andere lonkt alweer. Niet zelden raffelt hij daardoor zijn schoolwerk af en maakt hij onnodige fouten. Zijn handschrift bestond twee jaar lang uit onleesbare hierogliefen, een geheimtaal was er niets bij. Heel langzaam begint dat nu te verbeteren, al zal hij nooit een schoonschrijver worden. Die drukte en chaos heeft natuurlijk alles te maken met zijn ADHD, maar uit ervaringen van andere ouders en de ervaren juffen bij ons op school hoor ik ook dat dit een typisch 'hb trekje' is.
Zo kan het dus gebeuren dat Jens in een winter zes keer zijn handschoenen kwijtraakt. Of, zoals afgelopen week, drie keer op rij vergeet om zijn gymtas mee te nemen naar huis. Met als gevolg dat ik op 1 dag drie tassen met stinkende kleren en handdoek én een tas met spullen van het schoolontbijt, dat al drie dagen in de klas stond, in mijn handen krijg gedrukt. Zijn juf kijkt me lachend aan en ik verzucht: 'Als hij zijn kont niet vast had zitten, vergat hij die ook nog'. Om daarna mij bezelf te denken: volgens mij zei mijn vader dat vroeger óók altijd bij mij.

Doordat ik ook behoorlijk chaotisch ben, probeer ik ons drukke leven goed te structureren, met planborden en electronische agenda's. Dat dit geen waterdicht systeem was, merkte ik maandag.
Ik wilde een ochtend thuiswerken nadat ik de kinderen naar school had gebracht. De twee jongens zaten keurig in hun eigen klas en ik stond op het punt om naar huis te gaan, toen Jens voor me stond. Hij begon te lachen. "Uh, mam, het is maandagochtend. Dan moet ik toch naar de Plusklas?" Het duurde even een seconde voordat het kwartje viel: Jens moet elke maandagochtend naar de andere kant van ons dorp voor de Plusklas. Helemaal vergeten!
We sprongen snel op de fiets en sprintten naar de andere kant van het dorp. Precies op tijd kwamen we, hijgend, aan bij de Plusklas. Jens vond het ontzettend grappig en ik uiteindelijk ook. We hebben hard gelachen om zóveel chaos van ons allebei.
Op de terugweg dacht ik: die appel en die boom, dat kon wel eens kloppen...

zondag 3 november 2013

Zesde versnelling

Toine is een kind dat alles intensief doet. Hij staat 's ochtends tussen zes en half zeven naast zijn bed te stuiteren en is dan ook meteen klaarwakker. Hij rent het huis door, duikt op de bank om vervolgens op de kop te staan. En dat zes keer achter elkaar. Als we boodschappen moeten halen bij de Albert Heijn, in het winkelcentrum, wil hij het liefst rennend daar naar toe, 'om zijn energie kwijt te raken'. En zijn mondje staat werkelijk nooit stil: hij kletst ons de oren van het hoofd.

Aan al die drukte zijn we inmiddels al wel redelijk gewend, voor zover dat mogelijk is. Maar waar ik niet zo goed aan kan wennen, zijn de zevenmijlssprongen die hij maakt in zijn cognitieve ontwikkeling. Hij laat ons regelmatig versteld staan met de kennis die hij weer ergens heeft opgepikt. Moeilijke sommen, filosofische overdenkingen of kennis die een 5-jarige niet zou moeten hebben: ik hoor het met gemengde gevoelens aan. Natuurlijk ben ik trots op ons slimme kereltje, maar aan de andere kant bekruipt me de angst; waar eindigt dit?

Vanmiddag was hij op een feestje, waar een meisje vertelde dat ze zes jaar was. Hij concludeerde meteen dat haar geboortejaar dan 2007 was. Het meisje keek hem glazig aan en ging aan haar moeder vragen wat een  geboortejaar was en of dat van haar inderdaad 2007 was. Toine rolde met zijn ogen: natuurlijk had hij gelijk.

Ik bekeek het tafereel op afstand. Een beetje trots, maar ook een beetje bezorgd.
Gelukkig had Toine niets in de gaten. Die dook alweer op de bank, voor een handstand. 

woensdag 16 oktober 2013

Burnout

Ons 5-jarig mannetje heeft een kleine burnout. Hij zit nu bijna zes weken in groep 3 en oh, wat kost het hem veel energie. Niet alleen het leren, maar vooral voor het stil blijven zitten. Het ís ook lastig, als je 5-jarige lichaam zoveel energie heeft en je niet meer twee keer per dag kunt buitenspelen en lekker ravotten in de bouwhoek.
In plaats daarvan heeft hij een overvol programma: de juffen geven hem veel extra werk om te voorkomen dat hij zich gaat vervelen en dus de boel op stelten zet. Naast het groep 3 werk, dat hij op het hoogste niveau meedoet, krijgt hij ook al wat werk uit groep 4 aangeboden, zoals Nieuwsbegrip. Tijdens het avondeten gaf hij heel stoer tegen zijn broer op over zijn Nieuwsbegrip-taak. Hij zou dat wel even gaan doen.

Zondagavond was het ineens allemaal te veel. Toine moest om alles huilen, vond niets leuk. Op de vraag of hij moe was, antwoordde hij heel boos: 'nee!' Ik besloot het over een andere boeg te gooien. Ik vertelde dat veel kinderen in groep 3 na een paar weken heel moe zijn van het leren en dat ze dan blij zijn dat de herfstvakantie begint. Dat was de sleutel: Hij kroop bij me op schoot en begon heel hard te huilen. Dat hij zo moe was en dat hij het meeste werk van de heeeeele klas kreeg. Dat dit niet eerlijk was. En dat hij écht geen werk uit groep 4 kon maken, dat was veel te moeilijk.

Ik heb hem even lekker laten huilen en beloofd om met z'n juffen te gaan praten. De volgende dag heb ik ze een mail gestuurd, dat het misschien goed was om even een versnelling lager te gaan.

Inmiddels is de herfstvakantie voor hem vandaag al (extra vroeg) begonnen. Hij was ook vandaag niet in z'n hum en ik dirigeerde hem naar zijn bed. Daar is hij, onder luid protest, omdat hij écht niet moe was, na een kwartier in slaap gevallen. Ik laat hem lekker even liggen.

maandag 30 september 2013

Negenenzestig

Toine zit nu een paar weken, versneld, in groep 3. We hadden met z'n juffen afgesproken dat we na een paar weken zouden kijken hoe het zou gaan. Of hij het redde en of het lukte om zich voldoende te concentreren. De juffen vertelden dat ze hem vanaf dag 1 'volgestopt' hadden met werk, waardoor hij niet de kans krijgt zich te vervelen. Dat gaat tot nu toe heel goed: hij redt het cognitief op z'n sloffen en heeft het naar zijn zin in de klas.

Toine heeft al meteen de eerste week een onuitwisbare indruk gemaakt in de klas. Daar hangt namelijk al een paar jaar een getallenlijn, met alle getallen van 1 tot 100. Toen de klas bezig was met een rekenles en Toine met zijn rug naar de getallenlijn zat, riep hij ineens 'de 69 klopt niet'. De juf begreep er niets van en vroeg Toine om een toelichting. Hij draaide zich om naar de getallenlijn en zei: 'Kijk, het klopt niet. Er staat 67, 68 en dan weer 67. De 69 staat er niet.' De juf keek een keer goed en het klopt: de 69 miste. Deze getallenlijn hing er al een jaar of twee en niemand had het gezien. De juffen en meesters niet, ouders die in de klas waren niet en de kinderen niet. En Toine pikte het er meteen uit, in de eerste week. De juffen en meesters hadden er in de teamkamer hartelijk om gelachen.

De dag erna was ik even in de klas, om Toines werkjes te bekijken. De kleine man wees trots naar de getallenlijn: de 67 was inmiddels vervangen door een 69!

dinsdag 3 september 2013

Een eigen tafel

's Ochtends om zes uur hoorde ik 'm al trippelen naar onze kamer; onze kleine Toine. Voordat hij tussen ons inkroop, zei hij met een gelukzalige glimlach: vandaag is het écht zo ver hè mam, mijn eerste dag in groep 3. Om vervolgens weer in een diepe slaap te vallen tot 7 uur.

Ik kon niet meer slapen en moest denken aan ruim een jaar geleden, toen ik mijn jongste mannetje voor het eerst naar de basisschool bracht. Toen kon ik nog niet bedenken dat hij nu al naar groep 3 zou gaan. Een beetje melancholiek bedacht ik me dat het eigenlijk veel te snel gaat. Maar daar heeft Toine geen boodschap aan.

Om acht uur stond hij, met z'n nieuwe rugzak, klaar voor de deur. Gewassen en gestreken, klaar voor de Nieuwe Wereld. In z'n rugtas een echt etui, met pennen. Want in groep 3 mag je natuurlijk Schrijven!
En wat had hij er zin in. Toen de deur van de school open ging, was hij als eerste in z'n nieuwe klas. Nadat hij z'n nieuwe juf, die hij al kende omdat ze vorig jaar zijn broer lesgaf, een hand had gegeven, ging hij zitten. Daar zat hij dan, achter z'n eigen tafel, op z'n eigen stoel. Daar had hij het afgelopen zomer al zo vaak over gehad: die eigen tafel. Het toppunt van zelfstandigheid.

's Middags kwam hij stuiterend terug op z'n fiets. Aan tafel vertelde hij trots dat hij met lezen 'een zonnetje' was en voor rekenen ook een Pluspunter-boek had gekregen. Om met een serieuze toon aan zijn broer uit te leggen: 'Dat is voor een niveautje hoger'. Natuurlijk wist Jens dit al.

Bij het naar bed brengen, vroeg ik hem of hij het spelen niet miste, in groep 3. Eigenlijk was dat niet zo, zei hij, er waren genoeg leuke spelletjes in de klas. "En ik leer nu veel meer, dat vind ik veel leuker dan de autohoek.' Maar wat was nou het allerleukste in groep 3? Rekenen, lezen, schrijven? Hij antwoordde, met glimmende ogen: "Mijn eigen laatje!"



zaterdag 27 juli 2013

Groot en klein

Onze beide jongens waren lang toen ze werden geboren: 58 en 56 centimeter. Bij het consultatiebureau werden we ervoor gewaarschuwd dat ze, door hun lengte, al snel overschat zouden worden. Dat gebeurt nu ook. Vooral Toine is behoorlijk lang, toen hij voor het eerst in groep 1 kwam, kreeg hij meteen de 'grotekleutersstoel' omdat de normale stoel te klein was.

Dit bleek een voorbode voor de rest van het schooljaar. Toine manifesteerde zich al snel met een ontwikkelingsvoorsprong, waardoor hij na een paar weken al meedeed met de 'grote kleuters'. Hij is ook verbaal behoorlijk begaafd, waardoor het andere ouders eigenlijk niet opviel dat hij, als net 5-jarige, naar groep 3 gaat. Ook de andere kinderen viel het eigenlijk niet op dat Toine nog jong is. Al had een goochemerd het tijdens de wisselmiddag wel door en was het ineens het gesprek van die middag.

Ook thuis praat Toine een aardig woordje mee. En rekent hij een aardig sommetje mee. Of het nu aan tafel is, onder de douche, of tijdens het lezen van een verhaaltje: hij wil het liefst sommen maken. En dan geen plus- en minsommen maar tafels. Net als zijn broer.

Maar Toine wil klaarblijkelijk niet al-tijd groot zijn. De laatste dagen speelt hij het liefste 'baby'. Hij kruipt naar boven als hij moet slapen, terwijl hij 'gaga' kraait. Hij wil het liefst dat ik hem draag als een baby.  En gisteren in de bioscoop, bij een film die niet heel erg spannend was, kroop hij onder mijn armen, omdat hij het 'zo spannend' vond.

Ik til hem met liefde als een baby naar zijn bed en geef hem een spreekwordelijke luier. En in de bioscoop komt hij lekker bij me op schoot zitten. Mijn kleine, slimme 5-jarige mannetje. Hij wordt toch al veel te snel groot!

woensdag 17 juli 2013

Stop!

Jens heeft de afgelopen weken de Rots en Water training gevolgd. We vonden dat nodig omdat hij het soms lastig vindt om zich te handhaven in sociale situaties en niet altijd even weerbaar is. Het is een dromer, een jongen die veel nadenkt en daarom wat minder goed aansluit bij de jongens uit zijn klas die het liefst de hele dag voetballen. Dat is helemaal niet erg, maar soms lastig in situaties op het schoolplein.

Een paar weken geleden kreeg ik een Whatsapp-berichtje van een vriendin, waarin ze vertelde over een voorval op het schoolplein. Haar dochter is bevriend met Jens en ze zitten bij elkaar in de klas. Jens en het meisje, laten we haar Femke noemen, waren aan het spelen op het schoolplein toen een klasgenootje, Laura, aan Femke vroeg of ze wilde spelen. Femke had meerdere malen gezegd dat ze dat nu niet wilde, maar Laura bleef doorzeuren. Toen besloot Jens dat het genoeg was. Hij ging tussen Femke en Laura instaan en zei: 'Nu is het genoeg. Je hebt toch gehoord dat ze niet wil?' Hij bleef daar staan totdat Laura uiteindelijk afdroop.

Zo'n simpel voorval, in een kort berichtje. Maar ik was enorm ontroerd. Onze grote zoon, die een jaar geleden nog als een muurbloempje op het schoolplein stond en nu zo ontzettend is gegroeid.
Mijn vriendin appte daarna 'Die Jens van jullie, die komt er wel.'
Met tranen in mijn ogen stuurde ik een bericht terug: 'Dat denk ik ook'.

dinsdag 16 juli 2013

Schrikken

Toine kreeg twee weken geleden zijn rapport. Het allereerste 'echte' rapport. Vorig jaar zat hij koud een paar weken op school, dus kreeg hij alleen een verhaaltje van de meester. Nu kreeg hij een echt rapport, met daarin een inschatting van zijn niveau. Bij de kleuters wordt dat gedaan door de kalenderleeftijd af te zetten tegen de ontwikkelingsleeftijd.

En dat rapport van Toine, dat was behoorlijk schrikken. Hij bleek op de meeste cognitieve vakken twee jaar voor te liggen: hij had, met zijn nauwelijks 5 jaar, op geletterdheid, inzicht in cijfers en auditieve waarneming het niveau van een 7-jarige. Natuurlijk wisten we wel dat hij voorliep op leeftijdsgenoten. Maar zoveel nou ook weer niet.
We werden bevestigd in onze keuze om Toine te laten versnellen naar groep 3. Maar zo te zien was dat nog niet voldoende. Twee klassen overslaan is geen optie, dan zit hij als 5-jarige tussen de 7- en 8 jarige kinderen. Nu zou hij het, qua persoonlijkheid, best aankunnen, maar wenselijk is het zeker niet. Ook voor een plus- of verrijkingsklas is hij nog te jong. Lastig.

Het gesprek met zijn huidige meester, nieuwe juf en IB'er bracht wat duidelijkheid. Toine krijgt gelijk in groep 3 eigen (extra) werk voor rekenen. Ook voor het lezen zal hij snel zijn eigen leerstof krijgen. Alleen het schrijven is een aandachtspunt: dat vindt hij nog erg lastig. "Het zal hem wel frustreren, dat dat niet meteen lukt", zei zijn meester. En dat vinden we goed. Een beetje frustratie is niet erg.

Ik ben benieuwd hoe het volgend jaar zal gaan, gedurende de eerste weken. Zal hij zich, met zijn onrustige lijfje, tot werken kunnen zetten? Vindt hij het boeiend genoeg?
Het wordt vooral een kwestie van observeren, kijken en bijsturen.

Maar nu eerst (bijna) vakantie!

woensdag 10 juli 2013

Luxeprobleem

Twee weken geleden kwam er een petitie voorbij, die pleitte voor 'Passend onderwijs'. Het ging om de vraag wie het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen zou moeten betalen. Want, zoals de initiatiefnemers zeiden: Voor kinderen die 30 punten onder het gemiddelde IQ uitkomen, is er (terecht) heel veel hulp en zijn er allerlei voorzieningen, maar kinderen die aan de bovenkant van het gemiddelde zitten, is er niets. En wat er is, moet door de ouders zelf betaald worden.

In het antwoord op deze vragen wordt er vaak geroepen dat slimme kinderen een luxeprobleem zijn.
Iemand die dat zegt, geef ik graag eens een kijkje geven in de agenda van deze twee werkende ouders.

Maandagmiddag, net na werktijd, begonnen we met een gesprek op school, over de versnelling van Toine, van groep 1 naar groep 3. De volgende ochtend meldden we ons bij de intern begeleider van school, om handtekeningen te zetten onder de aanvraag voor een rugzak voor Jens. Die middag was er de wisselmiddag, waarin Toine voor het eerst kennismaakte met zijn nieuwe klasgenootjes. Daar was het, volgens hem, erg interessant dat een jochie van net 5 in groep 3 zat. Hij had er hele verhalen over.
's Middags bracht Jan onze Jens naar de Rots en Watertraining, een training voor sociale vaardigheden en weerbaarheid. Hij was nauwelijks terug of we konden de kinderen overdragen aan de oppas. Wij gingen naar de ouderbegeleider van de ggz-instelling, die ons helpt om beter met Jens' ADHD en hoogbegaafdheid om te gaan.
Vanavond kunnen we dan weer opdraven op school bij Jens, voor een (gelukkig regulier) tienminutengesprek. En morgenavond ga ik besteden aan het uitzoeken van informatie over de Verrijkingsklas.

Hoezo luxeprobleem?

zondag 30 juni 2013

Computer

Jens weet goed dat hij soms op een andere manier denkt dan de meeste andere kinderen in z'n klas. Hij kan het meestal goed onder woorden brengen: "Ik vind andere dingen interessant, voetbal en vechten vind ik niet leuk", zei hij vorige week. Toen ik hem vroeg wat hij dan wél interessant vindt, verzuchtte hij: "Mam, dat zijn dingen waar jíj tóch niets van begrijpt." Ik moest hard lachen en terugdenken aan een voorval van een jaar geleden.

Jens heeft heel veel gevoel voor techniek. Al vanaf zijn vierde kent hij alle knopjes op de afstandsbedieningen en electrische apparaten uit zijn hoofd. Toen hij zes was, wilde hij graag een nieuw spelletje op mijn laptop spelen. Het lukt niet om het te spelen en hij zat zuchtend naast me. Ik vroeg hem of ik hem moest helpen, maar hij zei, eigenwijs als hij was, dat het niet hoefde. Het lukte hem uiteindelijk niet, dus schoof ik de laptop naar mij toe. Ook ik, niet bepaald behept met de technische inzichten die mijn mannen hebben, kwam er niet uit. Jens riep ineens dat hij wél wist hoe het moest. Ik sprak hem tegen: als ik het niet wist, zou hij het ook niet weten. Omdat het mij ook niet lukte, gaf ik 'm zuchtend aan hem terug. Met de uitspraak: "Vraag het vanvaond maar even aan papa."
Maar Jens gaf niet op. Hij sloot Internet Explorer af, drukte op Firefox en.. voila! Het spelletje werkte. Grijnzend zij hei: "Dat heeft papa mij gisteren geleerd." Ik was verbaasd. Jens niet: "Mam, ik denk dat je maar moet accepteren dat ik beter ben met computers dan jij."

Nu al verslagen door mijn 6-jarige zoon.

maandag 17 juni 2013

Geheimtaal

Jens heeft sinds dit schooljaar huiswerk. De ene keer is dat het oefenen van woorden voor het dictee, de andere keer zijn het wat rekensommen. Deze week had hij een blad met sommen meegekregen. Niet dat we ze meteen hadden gedetecteerd: toen ik afgelopen vrijdag zijn rugtas uitpakte, puilde 'ie uit van de papieren. Er zaten stapels schriften en werkbladen in en toevallig kwam ik daartussen een nog niet ingevuld vel papier tegen. 'O ja', zei Jens achteloos. 'Dat is huiswerk'. Het is ook zo'n chaoot!

Vanavond stond dus keurig op het planbord geschreven dat hij zijn huiswerk moest maken. Zuchtend zette hij zich aan zijn werk. Het waren simpele rijtjes sommen, die in geen enkel opzicht moeilijk waren. Het enige waar hij moeite mee had was om leesbaar de antwoorden op te schrijven. Dat is iets wat hij absoluut niet interessant vindt, een leesbaar handschrift.

Ook de rijtjes sommen konden hem niet boeien. Hij dreunde de antwoorden makkelijk op, maar kon zichzelf er niet toe zetten om de antwoorden op te schrijven. Uiteindelijk waren de sommen na twintig minuten, met veel gezucht en gesteun, af.

Toen ik daarna vroeg naar dat andere werkblad, dat nog niet ingevuld was, lichtten zijn ogen op. Dat was Kien, een verrijkingsmethode voor rekenen. Dit keer ging het over het ontcijferen van geheimtaal, het kraken van een code. Toen hij eenmaal doorhad hoe dit werkte, leek hij vleugels te krijgen. Hij bleef maar zoeken naar de sleutels en loste moeiteloos de opgaven op. Wat heerlijk om hem zo te zien!
Dit past precies in het plaatje van hoogbegaafde kinderen: automatiseren vinden ze zinloos, maar als het moeilijker wordt, dán wordt het leuk.

Jens vroeg of we morgen wéér geheimtaal gingen ontcijferen. Ik bedenk met liefde een nieuw alfabet voor hem.

woensdag 12 juni 2013

Posttraumatisch

Ik werk in de media en krijg daarom regelmatig, via via, persberichten over nieuwigheden. Zo ook vandaag. Via mijn collega, die uiteraard weet dat Jens ADHD heeft, kreeg ik een persbericht over een nieuwe, 'revolutionaire' oplossing voor ADHD-patienten. "Wellicht iets voor jouw zoon", mailde hij me.

Nieuwsgierig geworden, opende ik de mail. Het bericht bleek afkomstig van twee orthopedagogen/psychologen die de oplossing hadden gevonden om ADHD te genezen. Uiteraard, zo meldden zij, zonder medicatie. Want medicatie staat gelijk aan harddrugs. Die we onze kinderen ab-so-luut niet mogen geven.

Natuurlijk hebben wij 1,5 jaar geleden, toen bij Jens ADHD werd vastgesteld, heel goed nagedacht over het al dan niet geven van medicijnen. En hebben we ons verdiept in de beschikbare onderzoeken en informatie opgevraagd bij een psychiater. Uiteindelijk besloten we het te gaan proberen. En wat knapte Jens er ontzettend van op! Het 'rookgordijn' kwam omhoog en we hadden eindelijk écht contact met onze zoon. Hij zag, niet meer afgeleid door de drukte in z'n hoofd, wat er om hem heen gebeurde en maakte spontaan veel meer contacten met leeftijdsgenoten. Het meest bijzonder was zijn eigen uitspraak: 'Eindelijk kan ik alle gedachten in mijn hoofd in laatjes stoppen. Dat maakt het een stuk rustiger.' We zijn nog steeds elke dag blij met de medicatie.

Uiteraard sta ik ook open voor andere behandelingen, dus las ik het persbericht verder. Wat blijkt? Deze twee therapeuten hebben ontdekt waar ADHD vandaan komt: een niet goed verwerkte posttraumatische stressstoornis! Ook een bindingsstoornis zou aan de grondslag liggen van ADHD. Alleen met zéér intensieve therapie, die alleen bij hen gevolgd kon worden, zouden deze kinderen nog 'gered' kunnen worden.

Ik heb het bericht niet helemaal gelezen, zo verbolgen was ik over de inhoud. Ik kreeg weer het gevoel dat mij vijf jaar geleden bekroop, toen de borstvoeding niet helemaal lukte. De 'borstvoedingsmaffia' maakt nu plaats voor de ADHD-maffia.

Maar op het ontbijtbord van Jens ligt morgen gewoon weer een pilletje. En hij gaat huppelend naar school.

dinsdag 4 juni 2013

Filosoferen op de achterbank

Tijdens een avond over opvoeden hoorde ik dat jongens over het algemeen het beste praten over datgene wat ze bezighoudt, als ze ergens mee bezig zijn. Ze hebben er een hekel aan als je gaat zitten voor een goed gesprek en oogcontact moet er al helemaal niet zijn als er een gevoelig onderwerp wordt besproken.
Ik heb het eens geprobeerd, onder het voetballen, en het werkte goed. Maar wat nog beter werkt, is een autoritje. Vooral Jens kan op de snelweg ineens met vragen of opmerkingen komen die ons verrassen.

Afgelopen weekend reden we weg bij een stoplicht, toen vanaf de achterbank klonk: 'Mam. Ik zit te denken: de betekenis van een stoplicht kan ik wel uitleggen, maar waarom heet een huis een huis? En een wolk een wolk?' Wij kwamen niet heel verder dan dat er ooit voor ieder begrip een woord is bedacht. En dat iedere taal een ander woord voor een bepaald begrip heeft.

Al snel filosofeerden de heren op de achterbank door. Het ging, via de zin van ziekte en de dood, ineens over het woord 'moeten'. Ik had immers, op een brutale opmerking van Toine, wel eens geroepen dat ik niets 'moest'. Toine had al snel een paar conclusies: 'Jawel hoor, je moet ademen. En je moet drinken.' En na een paar seconden nadenken: 'Je moet ook kinderen krijgen. Want anders zijn er over een honderd jaar geen mensen meer.' Jens stemde hiermee in. En ik genoot vanaf de passagiersstoel, met volle teugen van deze filosofiesessie.

Eenmaal thuis besloot ik het boek 'Kaas en de Evolutietheorie' van Bas Haring er eens bij te pakken. Jens had dit voor z'n verjaardag gekregen, op aanraden van een moeder die ook hoogbegaafde kinderen heeft. Wat ze er niet bij had gezegd, was dat er, naast heel interessante thema's, ook hoofdstukken zijn gewijd aan leeuwen die hun eigen kinderen opeten en 'geile dieren'. De illustratie van parende beren was ook iets te veel van het goede.

Dat boek laat ik dus nog maar even een jaar of twee op de kast liggen. Tot die tijd blijf ik lekker genieten van mijn filosoferende heren op de achterbank.

woensdag 29 mei 2013

De derde versnelling

Toine heeft zijn hele leven al haast. Haast met lopen (Dat doet hij eigenlijk nooit, hij rent altijd), haast om ergens eerder te zijn dan z'n broer en haast om als eerste het antwoord te roepen op een vraag. Toen hij eenmaal op school zat, maakte hij dan ook grote sprongen. Niet alleen letterlijk, met veel blauwe plekken tot gevolg, maar vooral in z'n ontwikkeling. Al na drie weken vroeg de leerkracht om een gesprek, waarin hij uitlegde dat Toine z'n klasgenoten vooruit was. 'Dit jongetje moet geen twee jaar kleuteren' was het advies.

In de loop van het schooljaar zagen we hem met Zevenmijlslaarzen door de 'leerstof' gaan. Waar kinderen die samen met hem waren begonnen, heel leeftijdsadequaat, op hun vingers aan het tellen waren, begon Toine met de tafels oefenen. Ook sociaal-emotioneel hield hij zich goed staande, hij speelde voornamelijk met groep 2'ers. Al snel riep hij tegen iedereen die het wilde horen, dat hij groep 1 en 2 in 1 jaar zou doen.

En dat gaat nu ook gebeuren. Deze week is de knoop doorgehakt, hij gaat na de zomervakantie naar groep 3. Toen hij het hoorde, sprong hij een gat in de lucht. Ik nog niet meteen. Natuurlijk was ik blij dat hij zou gaan versnellen, dat is voor hem, op dit moment, de beste oplossing. In groep 2 gaat hij zich dood vervelen. En als we iets belangrijk vinden, is dat hij het naar z'n zin heeft op school.

Natuurlijk weet ik dat allemaal, rationeel. Maar tegelijkertijd bekruipt me de weemoed: mijn kleine mannetje, dat nog 5 moet worden, is over een paar maanden al geen kleuter meer. Dan mag ik hem niet meer in de klas brengen. Kunnen we 's ochtends geen grapjes maken, terwijl hij op z'n stoeltje in de kring zit. Gaat hij gymmen in de grote gymzaal. En zit hij aan zijn eigen tafeltje, met een eigen stoel.

Ik weet dat hij eraan toe is. Maar ik nog niet helemaal. Het mag van mij wel een versnelling lager.

zondag 26 mei 2013

Parallel universum

Tot een jaar geleden kregen we het nog voor elkaar om de jongens te laten kijken naar de cultureel en pedagogisch verantwoorde programma's van Nederland 3. Zolang ik 's ochtends in het weekend (rond half zeven!) met ze mee naar beneden ging, kon ik het tv-kijken goed in de smiezen houden. En ik voelde me een heel verantwoordelijke moeder.

Maar ook heel verantwoordelijke moeders willen wel eens uitslapen. Dus nam ik me voor om de jongens 'een beetje los te laten' en ze 's ochtends alleen naar beneden te laten gaan. Als ik dan rond acht uur (da's toch best uitslapen?) naar beneden kwam om Jens z'n medicatie te geven, stond de televisie niet meer op Nederland 3. De mannen hadden al heel snel Nick Toons en Cartoon Network (door Toine uitgesproken uit KartjeNetwurk) gevonden.

Uiteraard kijken ze Power Ranger Samurai, waar, tot mijn grote verbazing, nog best een goede (heel Amerikaanse) moraal inzit. Maar leuker vinden ze nog de tekenfilmseries, die volgens mij niet voor 7- en 4-jarigen bedoeld zijn. Ik stond vorige week echt te klapperen met mijn oren toen ik teksten als 'ik bevind me in een parallel universum' en 'we moeten de buitenaardse entiteiten detecteren' voorbij hoorde komen. De verhaallijnen zijn erg abstract, maar de heren zitten als aan de buis vastgezógen. Als ik vraag of ze niet liever kijken naar een serie op Telekids, kijken ze me vernietigend aan. Vooral Toine van 4 jaar rolt dan met z'n ogen: 'mahaam, dat is voor baby's!'

Gelukkig kijken de heren, bij Gods gratie, wél elke week Checkpoint. Toch nog Nederland 3!

zaterdag 25 mei 2013

Bits and bites

Jens moet binnenkort voor het eerst een spreekbeurt houden. Al in januari ging de lijst de klas rond, waarop hij en z'n klasgenoten het onderwerp konden invullen. Jens kwam thuis van school en vroeg zich heel serieus af of hij zou kiezen voor het onderwerp 'computers'. Dan kon hij mooi vertellen over hoe computers in elkaar zaten, compleet met harde schijven, processoren, bits en bites. Heel voorzichtig probeerden we hem van dat idee af te krijgen: de gemiddelde 7-jarige zit hier waarschijnlijk nog niet op te wachten.
Dan moest het maar de ruimtevaart worden. Dat vinden z'n klasgenoten waarschijnlijk wél interessant. Toen hij las dat hij de informatie moest zoeken in bóeken, was hij enigszins teleurgesteld: "We kunnen toch net zo goed googlen?" Maar wij waren onverbiddelijk: een boek is een boek. Dus haalde hij zijn stapel boeken over de ruimtevaart van z'n kamer en ging hij, met frisse tegenzin aan de gang.

Een week later, toen z'n eerste klasgenootje een spreekbeurt had gedaan, kwam hij opgetogen thuis. Ze had een Powerpoint presentatie gebruikt! Compleet met afstandsbediening! Mocht hij ook?
Dus zaten we vanmiddag alsnog achter de laptop, om hem de beginselen van PowerPoint te leren.

Na een uur intensief werken had hij er genoeg van. Hij wilde buiten spelen.
Gelukkig, even geen bits and bites.

woensdag 22 mei 2013

De drillinstructor

Bij Jens zit er een behoorlijk gat tussen zijn verbale en performale intelligentie. Dat maakt het voor hem moeilijk om plannen, die hij in z'n hoofd heeft, uit te voeren. Tel daarbij de ADHD, die zorgt voor veel onrust in z'n hoofd, en de chaos is compleet.

Die chaos is vooral 's ochtends een feit. Dan heeft hij zijn adhd-medicatie nog niet gehad en dat is te merken aan zijn concentratieboog. Dat is geen boog, maar een verticale streep die heel snel omhoog en nog sneller omlaag gaat. Dat betekent dat hij tussen het aantrekken van zijn onderbroek en zijn hemd écht even die toren van Kapla moet bouwen en tussen zijn hemd en t-shirt door dat ene verhaaltje nog even uit moet lezen.

Omdat we met z'n allen om tien over acht de deur uitmoeten, betekent dat per defintie stress. En dus sta ik hem, als een soort drillinstructor, in z'n kleding te praten. Ondertussen probeer ik zelf mijn make up te doen en Toine, die vindt dat er tikkertje gespeeld moet worden, weg te plukken uit de kamer van Jens.

Twintig minuten later is het zover: Jens is aangekleed en heeft zijn haar gekamd. Dan begint, na het eten van z'n boterhammen, weer hetzelfde ritueel met het tanden poetsen, de schoenen en de jas aantrekken.
Ik geef bevelen, stuur hem letterlijk naar buiten en houd beide mannen uit elkaar.

Toch maar eens solliciteren bij het leger.

vrijdag 17 mei 2013

Het beestje en de naam

Van huis uit ben ik nogal nuchter. Ik ben geboren en getogen in een deel van het land waar het motto is: 'doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg'. En hoewel ik al lang niet meer in die contreien woon, blijft die nuchterheid er altijd in zitten.

Toen uit de intelligentietest en het psychologisch onderzoek van Jens bleek dat hij hoogbegaafd is (en ADHD heeft), moest ik uiteraard even slikken. Dat mijn kind slim was, had ik wel verwacht. Maar hoog-be-gaafd? Ik merkte dat ik moeite had met het uitspreken van het woord. Want het klinkt al snel van: 'kijk mijn kind nou eens' en 'mijn kind is beter dan anderen'.

Tijdens gesprekken met andere moeders (en soms vaders) op het schoolplein, over een van de twee jongens, merk ik dat het altijd afzwak. Ik hoor mezelf dan zeggen: "Hij loopt wat vooruit", of "Hij is wat slimmer" en heel soms mompel ik dan iets als: "hij is (waarschijnlijk) hoogbegaafd."

Wat is dat toch? Als hij het lastig zou vinden om mee te komen, of dyslectisch zou zijn, zou ik er waarschijnlijk minder moeite mee hebben om dit uit te spreken, dan in dit geval. Terwijl Jens (en waarschijnlijk ook Toine) wél hoogbegaafd is. Waarom zou ik het beestje dan niet bij z'n naam noemen?

Misschien wel omdat er nog steeds veel ouders zijn die denken dat hoogbegaafde kinderen enkel hoogvliegers zijn. Zondagskinderen zijn, overal makkelijk mee wegkomen. En niet weten dat ook deze kinderen heel hard moeten werken om bijvoorbeeld te leren leren.

Zolang er nog veel onbegrip is over deze kinderen, is het lastig om er gewoon open en eerlijk over te zijn. En niet voor 'opschepper' te worden afgedaan.

Deze blog is een eerste stap voor deze nuchtere moeder...

Vrienden

Voor een kind is het soms fijn om slimmer te zijn dan anderen. Maar vaak is het ook lastig. Als de kinderen in je klas anders denken dan jij. Als de jongens allemaal voetballen en jij liever een boek leest, achter de computer zit of schaakt. En als iedereen volop afspraken met elkaar maakt en jij het lastig vindt om iemand te spelen te vragen.

Onze oudste, Jens, heeft al vanaf zijn peutertijd moeite met het maken van vriendjes. Waar zijn broertje al op het kinderdagverblijf een hele fanclub om zich heen verzameld had, speelde Jens meestal alleen. En het wás ook lastig als er in de kleuterklas wordt gesproken over 'een hoge golf waardoor er kindjes doodgegaan zijn' en jij tot in de details de werking van een tsunami uit de doeken wilt doen.

Hoewel het nu, een paar jaar later, al stukken beter gaat op sociaal gebied, blijft het maken van echte vrienden toch lastig voor Jens. Meestal lijkt hij dit zelf niet erg te vinden. Maar soms is hij er ook, eventjes, verdrietig over. En ik ook. Wat zou ik graag een blik vriendjes voor hem open willen trekken. Vriendjes met wie hij kan lezen over het heelal, met wie hij kan schaken, en met wie hij ingewikkelde rekenspelletjes kan doen. Maar met wie hij ook lekker buiten kan spelen, en gesprekken kan voeren op de schommel.

Tijdens een activiteit van een lokaal netwerk voor hoogbegaafde kinderen in de buurt, waar Jens samen met een andere hoogbegaafde jongen uit de Verrijkingsklas een fotopuzzeltocht deed, zag ik hem helemaal blij worden. Hij huppelde voor me uit. Misschien wel onbewust zag ik hem genieten van het praten en spelen met kinderen die net als hij soms anders zijn. Anders denken. Maar soms ook gewoon lekker willen rennen en tikkertje doen.
We hopen echt dat er plek is in de Verrijkingsklas!

Pedagogisch verantwoord

Onze kleinste man is nogal een bravouremannetje. Ik hoorde laatst de term 'een echte Bokito,' , naar de aap die zichzelf graag op de borst slaat, en dacht meteen: dat is onze Toine. In tegenstelling tot zijn oudere broer is hij meestal erg overtuigd van zichzelf en zijn eigen gelijk. Grappig genoeg heeft hij ook meestal gelijk. Al krijgt hij dat niet altijd van mij. Hij is en blijft immers een jongetje van 4 jaar.

Deze week mocht onze 'kleine directeur' op school (groep 1/2) een kleurplaat maken. In ieder vakje stond een sommetje en de uitkomst van de som correspondeerde met een bepaalde kleur. Hij had al snel ieder vakje in een goede kleur ingekleurd.
Toen hij 's middags thuis kwam, was hij hogelijk verbaasd. Hij vroeg zich af hoe het toch kon dat de andere kinderen, die toch 'al 5 of 6' waren, de tekening niet in konden kleuren. "De meeste kinderen maakten de sommen met een telraam of op hun vinger"', meesmuilde hij. "Waarom deden ze dat niet uit hun hoofd?"

Daar ging ik weer. Met met mijn pedagogisch verantwoorde (en uiteraard inhoudelijk juiste) praatje over dat elk kind een ander talent heeft. Dat Pietje misschien niet zo goed kan rekenen, maar wel heel goed kan schilderen. En dat Marietje wellicht niet zo snel is met lezen, maar wel heel goed is in gym. Dat ieder kind uniek is. En dan het één niet beter is dan het ander.

Onze bravouremannetje dacht even rustig na en zei toen heel serieus: "Ja maar mam, ik kan goed rekenen, lezen, schrijven én nadenken."
Hij heeft wel gelijk. Maar dat heb ik hem niet gegeven.
Onze kleine Bokito.