zondag 30 juni 2013

Computer

Jens weet goed dat hij soms op een andere manier denkt dan de meeste andere kinderen in z'n klas. Hij kan het meestal goed onder woorden brengen: "Ik vind andere dingen interessant, voetbal en vechten vind ik niet leuk", zei hij vorige week. Toen ik hem vroeg wat hij dan wél interessant vindt, verzuchtte hij: "Mam, dat zijn dingen waar jíj tóch niets van begrijpt." Ik moest hard lachen en terugdenken aan een voorval van een jaar geleden.

Jens heeft heel veel gevoel voor techniek. Al vanaf zijn vierde kent hij alle knopjes op de afstandsbedieningen en electrische apparaten uit zijn hoofd. Toen hij zes was, wilde hij graag een nieuw spelletje op mijn laptop spelen. Het lukt niet om het te spelen en hij zat zuchtend naast me. Ik vroeg hem of ik hem moest helpen, maar hij zei, eigenwijs als hij was, dat het niet hoefde. Het lukte hem uiteindelijk niet, dus schoof ik de laptop naar mij toe. Ook ik, niet bepaald behept met de technische inzichten die mijn mannen hebben, kwam er niet uit. Jens riep ineens dat hij wél wist hoe het moest. Ik sprak hem tegen: als ik het niet wist, zou hij het ook niet weten. Omdat het mij ook niet lukte, gaf ik 'm zuchtend aan hem terug. Met de uitspraak: "Vraag het vanvaond maar even aan papa."
Maar Jens gaf niet op. Hij sloot Internet Explorer af, drukte op Firefox en.. voila! Het spelletje werkte. Grijnzend zij hei: "Dat heeft papa mij gisteren geleerd." Ik was verbaasd. Jens niet: "Mam, ik denk dat je maar moet accepteren dat ik beter ben met computers dan jij."

Nu al verslagen door mijn 6-jarige zoon.

maandag 17 juni 2013

Geheimtaal

Jens heeft sinds dit schooljaar huiswerk. De ene keer is dat het oefenen van woorden voor het dictee, de andere keer zijn het wat rekensommen. Deze week had hij een blad met sommen meegekregen. Niet dat we ze meteen hadden gedetecteerd: toen ik afgelopen vrijdag zijn rugtas uitpakte, puilde 'ie uit van de papieren. Er zaten stapels schriften en werkbladen in en toevallig kwam ik daartussen een nog niet ingevuld vel papier tegen. 'O ja', zei Jens achteloos. 'Dat is huiswerk'. Het is ook zo'n chaoot!

Vanavond stond dus keurig op het planbord geschreven dat hij zijn huiswerk moest maken. Zuchtend zette hij zich aan zijn werk. Het waren simpele rijtjes sommen, die in geen enkel opzicht moeilijk waren. Het enige waar hij moeite mee had was om leesbaar de antwoorden op te schrijven. Dat is iets wat hij absoluut niet interessant vindt, een leesbaar handschrift.

Ook de rijtjes sommen konden hem niet boeien. Hij dreunde de antwoorden makkelijk op, maar kon zichzelf er niet toe zetten om de antwoorden op te schrijven. Uiteindelijk waren de sommen na twintig minuten, met veel gezucht en gesteun, af.

Toen ik daarna vroeg naar dat andere werkblad, dat nog niet ingevuld was, lichtten zijn ogen op. Dat was Kien, een verrijkingsmethode voor rekenen. Dit keer ging het over het ontcijferen van geheimtaal, het kraken van een code. Toen hij eenmaal doorhad hoe dit werkte, leek hij vleugels te krijgen. Hij bleef maar zoeken naar de sleutels en loste moeiteloos de opgaven op. Wat heerlijk om hem zo te zien!
Dit past precies in het plaatje van hoogbegaafde kinderen: automatiseren vinden ze zinloos, maar als het moeilijker wordt, dán wordt het leuk.

Jens vroeg of we morgen wéér geheimtaal gingen ontcijferen. Ik bedenk met liefde een nieuw alfabet voor hem.

woensdag 12 juni 2013

Posttraumatisch

Ik werk in de media en krijg daarom regelmatig, via via, persberichten over nieuwigheden. Zo ook vandaag. Via mijn collega, die uiteraard weet dat Jens ADHD heeft, kreeg ik een persbericht over een nieuwe, 'revolutionaire' oplossing voor ADHD-patienten. "Wellicht iets voor jouw zoon", mailde hij me.

Nieuwsgierig geworden, opende ik de mail. Het bericht bleek afkomstig van twee orthopedagogen/psychologen die de oplossing hadden gevonden om ADHD te genezen. Uiteraard, zo meldden zij, zonder medicatie. Want medicatie staat gelijk aan harddrugs. Die we onze kinderen ab-so-luut niet mogen geven.

Natuurlijk hebben wij 1,5 jaar geleden, toen bij Jens ADHD werd vastgesteld, heel goed nagedacht over het al dan niet geven van medicijnen. En hebben we ons verdiept in de beschikbare onderzoeken en informatie opgevraagd bij een psychiater. Uiteindelijk besloten we het te gaan proberen. En wat knapte Jens er ontzettend van op! Het 'rookgordijn' kwam omhoog en we hadden eindelijk écht contact met onze zoon. Hij zag, niet meer afgeleid door de drukte in z'n hoofd, wat er om hem heen gebeurde en maakte spontaan veel meer contacten met leeftijdsgenoten. Het meest bijzonder was zijn eigen uitspraak: 'Eindelijk kan ik alle gedachten in mijn hoofd in laatjes stoppen. Dat maakt het een stuk rustiger.' We zijn nog steeds elke dag blij met de medicatie.

Uiteraard sta ik ook open voor andere behandelingen, dus las ik het persbericht verder. Wat blijkt? Deze twee therapeuten hebben ontdekt waar ADHD vandaan komt: een niet goed verwerkte posttraumatische stressstoornis! Ook een bindingsstoornis zou aan de grondslag liggen van ADHD. Alleen met zéér intensieve therapie, die alleen bij hen gevolgd kon worden, zouden deze kinderen nog 'gered' kunnen worden.

Ik heb het bericht niet helemaal gelezen, zo verbolgen was ik over de inhoud. Ik kreeg weer het gevoel dat mij vijf jaar geleden bekroop, toen de borstvoeding niet helemaal lukte. De 'borstvoedingsmaffia' maakt nu plaats voor de ADHD-maffia.

Maar op het ontbijtbord van Jens ligt morgen gewoon weer een pilletje. En hij gaat huppelend naar school.

dinsdag 4 juni 2013

Filosoferen op de achterbank

Tijdens een avond over opvoeden hoorde ik dat jongens over het algemeen het beste praten over datgene wat ze bezighoudt, als ze ergens mee bezig zijn. Ze hebben er een hekel aan als je gaat zitten voor een goed gesprek en oogcontact moet er al helemaal niet zijn als er een gevoelig onderwerp wordt besproken.
Ik heb het eens geprobeerd, onder het voetballen, en het werkte goed. Maar wat nog beter werkt, is een autoritje. Vooral Jens kan op de snelweg ineens met vragen of opmerkingen komen die ons verrassen.

Afgelopen weekend reden we weg bij een stoplicht, toen vanaf de achterbank klonk: 'Mam. Ik zit te denken: de betekenis van een stoplicht kan ik wel uitleggen, maar waarom heet een huis een huis? En een wolk een wolk?' Wij kwamen niet heel verder dan dat er ooit voor ieder begrip een woord is bedacht. En dat iedere taal een ander woord voor een bepaald begrip heeft.

Al snel filosofeerden de heren op de achterbank door. Het ging, via de zin van ziekte en de dood, ineens over het woord 'moeten'. Ik had immers, op een brutale opmerking van Toine, wel eens geroepen dat ik niets 'moest'. Toine had al snel een paar conclusies: 'Jawel hoor, je moet ademen. En je moet drinken.' En na een paar seconden nadenken: 'Je moet ook kinderen krijgen. Want anders zijn er over een honderd jaar geen mensen meer.' Jens stemde hiermee in. En ik genoot vanaf de passagiersstoel, met volle teugen van deze filosofiesessie.

Eenmaal thuis besloot ik het boek 'Kaas en de Evolutietheorie' van Bas Haring er eens bij te pakken. Jens had dit voor z'n verjaardag gekregen, op aanraden van een moeder die ook hoogbegaafde kinderen heeft. Wat ze er niet bij had gezegd, was dat er, naast heel interessante thema's, ook hoofdstukken zijn gewijd aan leeuwen die hun eigen kinderen opeten en 'geile dieren'. De illustratie van parende beren was ook iets te veel van het goede.

Dat boek laat ik dus nog maar even een jaar of twee op de kast liggen. Tot die tijd blijf ik lekker genieten van mijn filosoferende heren op de achterbank.